Broodfonds of AOV?
Een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) is voor veel ondernemers een behoorlijke kostenpost. Als alternatief worden in Nederland steeds meer broodfondsen opgericht. Een groep van twintig tot vijftig ondernemers zet elke maand geld opzij om voor elkaar te kunnen zorgen bij arbeidsongeschiktheid. Maar werkt een broodfonds hetzelfde als een verzekering? En wat zijn de verschillen met een ‘gewone’ AOV?
Bij BonnierVeraa krijgen we hier de laatste tijd veel vragen over. Daarom zetten we vijf belangrijke verschillen tussen een broodfonds en een AOV voor u op een rij.
1. De uitkeringsduur
Een broodfonds kent een maximale uitkeringsduur van twee jaar. Wordt een deelnemer arbeidsongeschikt, dan ontvangt hij dus maximaal twee jaar lang een maandelijkse uitkering uit het broodfonds. De uitkering van een AOV loopt door tot de afgesproken eindleeftijd en uiterlijk tot de AOW-gerechtigde leeftijd. Bij een AOV bepaalt u het verzekerd inkomen overigens helemaal zelf. Deelnemers aan een broodfonds kunnen dat tot op zekere hoogte; de schenking is vaak beperkt tot € 2.500 per maand.
2. Belast of onbelast
Wie een uitkering uit een broodfonds ontvangt, hoeft daarover geen belasting te betalen. Het gaat namelijk om een schenking. Deze is belastingvrij tot de fiscale schenkingsgrens. Bij een AOV is de uitkering bij arbeidsongeschiktheid wel belast. Daar staat tegenover dat de premie die u voor de AOV betaalt fiscaal aftrekbaar is. Voor de inleg van het broodfonds geldt dit niet.
3. Kosten en voorwaarden
Bij een broodfonds zijn de voorwaarden voor iedereen gelijk, ongeacht leeftijd, beroep of medisch verleden. Bij een AOV werkt dat anders. Mensen met een medisch verleden of een risicovol beroep betalen vaak meer premie en hebben andere voorwaarden. Ook leeftijd heeft invloed. In het algemeen geldt: hoe ouder u bent, hoe hoger de premie.
4. Tegoed meenemen bij vertrek
Bij een broodfonds stort u elke maand geld op uw eigen broodfondsrekening. De inleg blijft van u. Wanneer u vertrekt uit het fonds of bijvoorbeeld met pensioen gaat, neemt u het bedrag dat op uw eigen broodfondsrekening staat gewoon mee. Bij een AOV is dit niet zo. U betaalt elke maand verzekeringspremie en bij beëindiging kunt u geen tegoed meenemen.
5. Beoordeling van ziekte
Een broodfonds is gebaseerd op vertrouwen en solidariteit. Deelnemers kennen elkaar en maken samen goede afspraken. Wie dit vertrouwen schaadt of zich niet aan de afspraken houdt, loopt het risico uit het fonds te worden gezet. Het bestuur ziet erop toe dat alles eerlijk verloopt, ook wanneer iemand zich ziek meldt. De beoordeling of en in hoeverre iemand arbeidsongeschikt is, ligt bij de deelnemers zelf. Dit kan natuurlijk weleens tot scheve gezichten of onenigheid leiden. Bij een AOV is dit anders vanwege het anonieme karakter. Daar kennen deelnemers elkaar niet en ligt de beoordeling van ziekte bij professionals.
Laat u goed informeren
Broodfondsen zijn er in verschillende vormen, met verschillende voorwaarden. Deelname kan interessant zijn, maar houd er rekening mee dat een broodfonds geen volwaardig alternatief is voor een AOV. Wel zijn er interessante combinaties te maken. Zo combineren steeds meer zzp’ers deelname aan een broodfonds met een AOV met een wachttijd van twee jaar. Benieuwd wat de beste keuze is in uw situatie? Neem contact op met onze schatmeesters. Wij informeren u graag.
Kom in contact met onze schatmeesters
Wij hebben een schat aan ervaring om u verder te helpen met o.a. uw hypotheek, pensioen of financiële vraagstuk.